Doelstelling
Deze sessie is bedoeld om de opgedane kennis van (bedrijfseerstehulp)verlener op te frissen.
In deze sessie herneemt u de theorie en praktijk over de reanimatie.
U leert omgaan met het automatisch extern defibrillatietoestel (AED).
Doelgroep en vereiste voorkennis
Deze opfrissessie is bedoeld voor (bedrijfseerste)hulpverleners. Om het brevet van (bedrijfseerste)hulpverlener te behouden moet hij/zij 4 uur bijscholing per jaar volgen.
De opfrissessie staat ook open voor (bedrijfseerste)hulpverleners die in een andere vormingsinstelling hun brevet hebben behaald.
Tijdsduur
4 uur.
Methode en leermiddelen
De sessie is uiterst visueel en gaat uit van reële situaties. Wij maken uitgebreid gebruik van didactische hulpmiddelen.
Inhoud
•Noodsituaties leren herkennen.
•Kunstmatige beademing en hartmassage kunnen toepassen.
•Het gebruik van het AED toestel
•Een verstikking herkennen en aanpakken.
•Een correcte veiligheidshouding toepassen bij een slachtoffer.
Beoordelingswijze
De docent evalueert de actieve betrokkenheid en de inbreng van de deelnemer.
Deze sessie is bedoeld om de opgedane kennis van (bedrijfseerstehulp)verlener op te frissen.
In deze sessie herneemt u de theorie en praktijk over de reanimatie.
U leert omgaan met het automatisch extern defibrillatietoestel (AED).
Doelgroep en vereiste voorkennis
Deze opfrissessie is bedoeld voor (bedrijfseerste)hulpverleners. Om het brevet van (bedrijfseerste)hulpverlener te behouden moet hij/zij 4 uur bijscholing per jaar volgen.
De opfrissessie staat ook open voor (bedrijfseerste)hulpverleners die in een andere vormingsinstelling hun brevet hebben behaald.
Tijdsduur
4 uur.
Methode en leermiddelen
De sessie is uiterst visueel en gaat uit van reële situaties. Wij maken uitgebreid gebruik van didactische hulpmiddelen.
Inhoud
•Noodsituaties leren herkennen.
•Kunstmatige beademing en hartmassage kunnen toepassen.
•Het gebruik van het AED toestel
•Een verstikking herkennen en aanpakken.
•Een correcte veiligheidshouding toepassen bij een slachtoffer.
Beoordelingswijze
De docent evalueert de actieve betrokkenheid en de inbreng van de deelnemer.